Je kent ze vast wel van vakantie: verloopstekkertjes. Het lijkt wel alsof alle landen in de hele wereld andere stekkers gebruiken. En 'n gevolg is dus dat je als je bijvoorbeeld naar Engeland gaat 'n verloopstekker bij je moet hebben.
Amerika gebruikt ook 'n andere stekker dan Nederland. Het is er een met twee platte strookjes, terwijl we in Nederland ronde puntjes gebruiken.
Daarnaast gebruiken ze in de Verenigde Staten 110 volt in plaats van 220 volt.
Vroeger hield vooral dat laatste in dat je geen enkel apparaat mee kon nemen uit Nederland. Maar tegenwoordig kunnen steeds meer apparaten zowel op 110V als op 220V werken. Vooral apparaten met 'n transformator zijn steeds vaker zowel op 110V als op 220V te gebruiken. En dat is echt heel prettig voor twee nerds zoals wij.
Het enige wat je dan dus nog nodig hebt, is 'n verloopstekker van de ronde puntjes naar de dunne strookjes die ze hier gebruiken. Als rechtgeaarde vakantiegangers hadden we natuurlijk altijd al 'n wereldstekker.
Een wereldstekker kan alle systemen naar alle andere systemen omzetten. Hartstikke handig, maar wel nogal groot. En we hoeven nu eigenlijk maar één systeem naar één ander systeem om te zetten, namelijk Nederlands-naar-Amerikaans.
En daar heb je gelukkig ook hele kleine verloopstekkertjes voor.
Hou er wel rekening mee dat je 'n hoop van deze stekkertjes nodig hebt. Wij hadden er in eerste instantie twee gekocht bij 'n Radio Shack voor 9 dollar per stuk. Maar nog geen week later hebben we er bij de Fry's nog 'ns 4 gehaald voor in totaal 'n tientje.
Iemand merkte laatst op dat we natuurlijk ook 'n Nederlands stekkerblok mee hadden kunnen nemen. Dan hadden we met één verloopje namelijk gelijk vier of zes Nederlandse apparaten kunnen aansluiten. Oh ja, daar zit wat in. We hebben er nu alleen niet zo veel meer aan.
donderdag 29 januari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten